Johan Gerard van Loon (Rotterdam, 29 October 1934 – Breda, 24 February 2020) was a Dutch ceramist and textile artist.
Van Loon studied textile design at the Gerrit Rietveld Academie from 1952 to 1956, and from 1957 to 1960 at the Konstfack in Stockholm under Stig Lindberg. In 1958 he took pottery classes from the Amsterdam potter Jos Eppens van Veen, in 1960 from Thera Hofstede Crull, and in 1961 at the Camberwell College of Arts in London under Lucie Rie.
In 1960 he took another study tour to Scandinavia and worked with Kylikki Salmenhaara for the Arabia porcelain factory in Finland.[3] In 1962 Van Loon took part of an exhibition of six young ceramists from Amsterdam in Museum Boijmans Van Beuningen, together with Hans de Jong, Sonja Landweer, Johnny Rolf, Jan de Rooden and Jan van der Vaart, which signified the rebirth of artisan ceramics in the Netherlands.
In the year 1963–64 he worked with the ceramic designer Stig Lindberg in Stockholm, where he constructed wall ceramics. Back in The Netherlands he started his own studio in Hengelo in 1966. He designed a series of unique ceramic sculpture which were produced by the Royal Copenhagen ceramic factory in Copenhagen. In 1966 he also started to lecture textile design and ceramics at several Dutch art academies. From 1977 to 1986 he lectured at the AKV St. Joost, and late 1980s he founded the ceramics department at the ArtEZ Art & Design in Enschede. Since 1994 he also lectured in Germany.
Zelf zei Van Loon ooit over zijn oeuvre: ‘De enige constante in mijn werk is dat eigenlijk niks vaststaat en dat alles met lust gemaakt is.’
In 2016 werd Johan van Loon geëerd met de Van Achterbergh-Domhof Prijs. In het juryrapport werd hij benoemd tot ‘aartsvader van de moderne Nederlandse keramiek’.
Johan van Loon werkte in eerste instantie op de draaischijf. De kommen, potten en vazen werden voorzien van hoogst individuele glazuren. In het midden van de jaren 70 stapte Van Loon over op het bouwen van voorwerpen uit dun uitgerolde platen klei. Er ontstonden voornamelijk hoge kommen en vazen met overlappingen, inlegwerk en vouwen. Het gebruik van glazuur verdween op de achtergrond, hij liet vooral de materiële kwaliteiten van de steengoed- en porseleinklei een rol spelen. Eind jaren 70 werkte Johan van Loon geruime tijd bij de Deense porseleinfabriek Royal Copenhagen. In deze periode bepaalde hij de artistieke weg voor zijn verdere toekomst. In de jaren 80 en 90 begon hij zijn werk weer met glazuur- en engobedecoraties te bewerken. In zijn recente werk, dat voornamelijk uit vlechtwerk van dunne stroken klei bestaat, is Van Loons drang naar vernieuwing en experiment nog altijd af te lezen. Naast vrij werk maakte Johan van Loon sinds 1980 ook edities voor de Duitse porseleinfabriek Rosenthal uit Selb.